Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:Windmolens.Voor de volgende onderwerpen ga naar:algemeen; de evolutie van de windmolen; de korenmolen;
|
Windmolens algemeen:
Windmolens zijn molens die de bewegingsenergie van de lucht (wind) omzetten in rotatie-energie van de wieken, welke op hun beurt nuttig kan worden gebruikt voor het opwekken van elektriciteit, het malen van graan, het zagen van hout, het verplaatsen van water, etc.Bij de huidige windmolens kan men twee hoofdtypen onderscheiden:
- de 'traditionele' windmolens, die tot in de achttiende eeuw van grote betekenis waren.
Zie hieronder bij de evolutie van de windmolen. - en de vaak 'industriële' windmolens die thans worden gebruikt om er elektriciteit mee op te wekken.
hiervoor bij het onderwerp "Molens algemeen".
De evolutie van de windmolen:
bron leidraad tekst: Green Choice magazine 2016De eerste vermelding van een windmolen in Nederland is van rond 1080.
Het oudst bekende type windmolen is de standerdmolen, die dankzij zijn "spil" om z'n eigen as kon draaien.
Een paar honderd jaar later zagen de eerste torenmolens het licht.
Dit waren zwaar gebouwde stenen molens met muren van bijna drie meter dik en een kap die kon draaien.
Er staan nog een paar van deze graanmolens in Nederland (o.a. in Gronsveld, Zeddam en Zevenaar).
De economische bloei in Nederland was mede te danken aan windenergie.
Molens zijn in feite de eerste fabrieken, die taken overnamen die eerder met de hand of door dieren werden verricht.
De standerdmolen evolueerde tot wipmolen, waarvan alleen het bovenste deel meedraait met de wind.
Naar schatting stonden in de achttiende eeuw rond de tienduizend molens in Nederland, van poldermolens tot houtzagerijen en graanmolens.
(d.w.z. 1 : 500 bij de toenmalige bevolking van 5 miljoen),
Met de opkomst van de stoommachine werden er gaandeweg duizenden vervangen.
bron afbeelding: Winkler prins woordenboek (1959)
Windwatermolens bleven niet altijd op dezelfde plaats staan of hun zelfde functie behouden. De waterhuishouding in Nederland veranderde nogal eens, waardoor ze soms overbodig werden of te weinig capaciteit hadden.
Zie Culemborgse Voetnoot (75 jaar molen Johanna) bij de verwijzing naar de externe sites van derden.
En korenmolens die, net als de vaarwegen, meestal aan de rand van de stad stonden/lagen zijn door de verstedelijking, met alle daarbij behorende problemen, ingeslokt.
Ofschoon ze vaak nog wel graan malen is dit niet meer voor de broodwinning van de molenaar, maar uit nostalgie en voor de toerist; zoals b.v. molen De Roos in Delft.
Ook problemen herhalen zich
bron naaststaande tekst:
molendatabase.nl
Vanwege de monumentale status moest het molencomplex in tact blijven. Men heeft er daarom voor gekozen om het gebouw op de tunnel te herfunderen.
Hiertoe heeft het molencomplex eerst een tijdelijke paalfundering gekregen, verbonden aan een betonnen plaat.
Vervolgens is molen een meter opgevijzeld om de tunnelbouw onder de molen mogelijk te maken.
Toen het tunneldak gereed was, is de molen hierop afgelaten.
De korenmolen:
bron afbeelding en tekst: Nederlandse Molendatabase.Het Mechaniek van een Korenmolen (bovenkruier) bestaat uit de volgende onderdelen (zie tekening):
A = de askop, waarin de molenwieken (roeden) gestoken zijn.
B = het bovenwiel, met daaromheen de houten vangblokken (remblokken).
C = de bonkelaar, die samen met het bovenwiel een haakse verbrenging vormt.
D = de koningsspil, die de draai-beweging naar beneden brengt.
E = het luiwerk, waarmee op windkracht zakken graan naar boven kunnen worden gehesen.
F = het spoorwiel.
G = het steenwiel, die samen met het spoorwiel de steenspil H een bepaald aantal toeren laat draaien.
H = de steenspil, waarmee de maalstenen worden aangedreven.
I = het koppel maalstenen met daaromheen tegen het stuiven een houten kuip.
Korenmolen De Hoop (Culemborg):
De molen De Hoop is een stellingmolen aan 't Jach te Culemborg en is in 1854 gebouwd.
Aan het begin van de 20e eeuw (rond 1910) is de molen onttakeld zodat alleen de molenromp overbleef omdat een stoommachine, zoals toen gebruikelijk, het werk had overgenomen.
Rond 1980 heeft de gemeente Culemborg de molenromp aangekocht om hem in fases te laten restaureren.
Het gaandewerk (zonder de bovenas, die zit in Maasbracht) is afkomstig van de in 1973 onttakelde en eind 1992 grotendeels geloopte
Oranjemolen te Lewedorp (Zld.).
In 1993 was de molen weer maalvaardig en wordt thans in bedrijf gehouden door vrijwilligers.
de doorbraak was t.b.v. de bouw van o.a. een postkantoor, dat thans (2014) alweer gesloopt is.
De houtzaagmolen:
bron tekst: WikepediaIn 1592 werd door Cornelis Corneliszoon van Uitgeest voor het eerst via een krukas de rondgaande beweging van de wieken omgezet in een op en neer gaande beweging van het toenmalige gebruikelijke zaagraam
De eerste houtzaagmolen was geboren.
Tot op dat moment duurde het ongeveer dertig dagen om handmatig planken te zagen van één boom.
De uitvinding van Corneliszoon zorgde ervoor dat er veel sneller gezaagd kon worden en dat de scheepsbouw versneld werd.
Zijn uitvinding legde daarmee de basis onder de Gouden Eeuw.
De scheprad van de wind(water)molen:
bron tekst: Het hellend scheprad (Anton Sipman - 1977)
bron afbeelding vijzel: (Openluchtmuseum Arnhem)
Noot !
Gezien het bouwproces uit die tijd was de molenbouwer van toen een gespecialiseerde timmerman, waar alles om draaide.
De metselaar stapelde alleen de stenen op de plaats die hem werd gezegd.
Dergelijk metselwerk op drassige bodem lijkt simpel, maar vergde veel van zijn kunnen i.v.m. het benodigde stelwerk inzake de vele rondingen.
De keus voor de vijzel is ook dan snel gemaakt, mede gezien het gegeven dat molens vaak werden verplaatst.